Dambulah caves

Stephan Taylor, Britse naam maar geheel Sri Lankees, stond voor ons klaar vanmorgen voor de rit naar Sigiriya met een tussenstop bij de Buddhist temple of Dambulla. Een serie van 5 grotten die meerdere boeddhistische schatten herbergen. De rit ernaar toe, zo’n 130 km noord-oost, leidde ons door rijstvelden en een heuvelachtig groen landschap dat geen moment verveeld. De weg erdoor heen gevuld met brommers, tuktuks, kleine vrachtwagens en altijd en overal fruitstalletjes en mensen langs de weg. En wij, in een airco taxi, die niet veel harder reed dan 40, maar dat was prima; zie je ook nog wat.

De Dambullah grotten of tempels zijn adembenemend mooi, bij binnenkomst valt meteen de enorme rijkdom aan beelden en muurschilderingen op, maar ook elke centimeter van de plafonds is beschilderd.Met open bekkies en na 400 treden een nat ruggetje waren we stil of ontsnapte er een lichte ‘waaaauw’ uit Gab’s bekkie toen ze de 10 meter lang liggende Buddha’s zag waarvan ook elk detail klopte. Fascinerend stukje geschiedenis uit de 12e eeuw.

Inmiddels met een geheel doorweekte blouse stapten we in de auto op weg naar Sigiriya waar we 4 nachten verblijven in Nature Park Villa, met zwembad en prachtig gelegen tussen palmbomen in een tropische tuin. Na 20 jaar verwachten we toch iets van herkenning, maar nee, dit uitgestrekte dorp dat verscholen ligt tussen een enorme broccoli van bomen was als een nieuw avontuur. Schattig klein, eenvoudige restaurantjes, toeristen die langzaam over straat slenterden, tuktuks met half slapende drivers en overal apen en eekhoorns die vochten om de beste plekken in een boom. De enige herkenning was The Rock, Sigiriya, oftewel de Leeuwenrots, die met z’n 200 meter recht omhoog boven alles uitsteekt.

We liepen nog wat rond, namen wat selfies voor de rots, en ik legde mijn hand op Gab’s nek. Hetvoelde als klittenband en kreeg ‘m zonder moeite niet goed meer los. Vastgeplakt liepen we terug naar het hotel en namen een duik in het zwembad en opgefrist keerden we terug om bij Little Hut voor de eerste Sri Lankaanse maaltijd. Gab een egg curry, no spicy, et moi een Kottu met chicken/cheese, mild spicy en beiden superlekker. Tuktuk terug en nu een tukkie op m’n rug, truste.